Inhoud van de opleiding MBO-programma Triage en kwaliteitszorg
Het kort MBO-programma Triage en kwaliteitszorg bestaat uit twee modules. Hieronder lees je wat je leert in deze modules:
Triage
Je leert in deze module wat triage is en welke triagesystemen er zijn. Daarnaast oefen je met het toepassen van triage om de zorgvraag vast te kunnen stellen en de vervolgstap te kunnen bepalen aan de hand van urgentiecriteria met behulp van de van de NHG-Triagewijzer. De Triagewijzer is een verzameling protocollen waar de doktersassistent veel mee werkt.
Triage in de huisartsenpraktijk, de spoedeisende hulp of huisartsenpost is het bepalen van de urgentie van de zorgvraag en daardoor inschatten of en wanneer een patiënt gezien moet worden door een arts. De artsen denken in diagnoses, de triagisten denken in urgenties. Dit is een essentieel verschil.
Triage gaat ook over spoed, eenduidig en veilig werken (voor de hele spoedketen). Als er sprake is van een spoedeisende vraag, is het essentieel om de triage goed uit te voeren. In deze module leer je methodes die je kunnen helpen om de juiste inschatting te maken. Verder krijg je handvatten hoe de triagewijzer te gebruiken, ABCDE-denken, het denken in toestandsbeelden en de urgentieclassificaties.
Deskundigheid en kwaliteitszorg
In deze module leer je hoe je jouw eigen deskundigheid kan versterken en wat de kenmerken zijn van kwaliteitszorg. Ook leer je hoe je een bijdrage kunt leveren aan de kwaliteit van de organisatie. Verder leer je hoe je goed kunt functioneren in een (multi)disciplinair team en met andere mensen effectief kunt samenwerken. Aan het eind van de module heb je de kennis om een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de organisatie en kun je jouw eigen deskundigheid onderhouden en verbeteren.
In de module komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Het werkveld (eerstelijns gezondheidszorg en tweedelijns gezondheidszorg)
- Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in een organisatie
- Kwaliteit en kwaliteitszorgsystemen (werken volgens protocollen, knelpunten herkennen, verbetervoorstellen formuleren)
- Eigen deskundigheid (POP, vakliteratuur, kwaliteitsregister doktersassistenten, effectief samenwerken met collega’s en in een multidisciplinair team, nieuwe collega’s, stagiaires)